Afgelopen zaterdag was ik jarig. Dat was gek. Gelukkig was mijn lief doortastend en besloot gewoon de slingers en lampionnen op te hangen. Terwijl ze met de punaises in de weer was zei ze “Kijk, dit hadden we dus 12 jaar geleden moeten doen, toen we voor het eerst slingers ophingen in dit huis. Dan prik je de punaises op de juiste plek, zodat je ze bij elke verjaardag opnieuw kunt gebruiken. Zo doen normale mensen dat.”
Het werd een leuke dag met zelfs een beetje visite en feestvreugde met bier en wijn en pizza, hetgeen ik allemaal aan mijn sonde voorbij moest laten gaan. Maar het was een genoegen om mijn geliefden te zien genieten. Mijn jongste neefje had een toverstaf gebakken van klei en zijn oudere zusje had daar zelf een spreuk bij geschreven met een recept tegen kanker. Bier, speeksel, haren en een gedroogd klavertje vier (bijgeleverd!). Onderwijl druppelden er felicitaties binnen via alle mogelijke kanalen en bedacht ik me, dat de meeste mensen nog geen idee hadden, dat ze me zo goed als zeker voor de laatste keer feliciteerden. Ik schrijf af en toe een update/nieuwsbrief voor een clubje intimi, maar zelfs dat was er na de onheilstijding van onlangs nog niet van gekomen. En dat werd wel tijd. Dus ik zette me er terstond toe. Deze editie van ‘Arno schrijft’ gebruik ik om die update (vrijwel ongecensureerd) met ‘iedereen’ te delen. Ik heb geen geheimen. Maar ik zoek ook niet meer nadrukkelijk een podium. Dat heb ik gedurende mijn leven meer dan genoeg mogen ontvangen. En toch… de inkt kruipt waar het niet gaan kan. Ik ben niet voor niets aan dit schrijven begonnen. Dus… komt ie.
Lieve vrienden,
Slecht nieuws kan het beste maar rauw op het dak en met de deur in huis vallen. Ik ga dood. Vandaag ben ik jarig, maar dat is dus wel zo goed als zeker voor de laatste keer. Het is triest, maar t is niet anders. Uit de nieuwe scan is gebleken, dat de immunotherapie niet aanslaat, dat de tumoren groeien en dat er zelfs alweer een paar plekjes bijgekomen zijn. Afgelopen dinsdag ben ik begonnen met een chemotraject. Dat is het laatste wat ze me te bieden hebben, maar het is niet meer dan een poging het leven met nog een paar maanden te rekken. Er mag geen genezing van verwacht worden. En als de bijwerkingen te erg zijn stop ik er ook weer mee, want dan zijn sop en kool elkaar niet waard. Wat zal ik nog hebben? Een jaartje denk ik. Hooguit.
Natuurlijk… er moet altijd iets te dromen zijn. En de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Maar ik moet ook realistisch zijn. Het is mooi geweest. Ik heb er vrede mee. Ik kijk met tevredenheid terug op een leven dat ik niet anders geleefd had willen hebben. De tijd die me nog gegund is ga ik proberen zo mooi mogelijk in te vullen. Het belangrijkste daarbij is een pad uit te stippelen, dat voor mij eindig is, maar voor mijn lief door moet kunnen lopen. Het zal niet makkelijk zijn, maar ik zie het wederom als een project, waarvan ik met liefde de regie op me zal nemen. In de tien dagen, dat we het nieuws nu weten heb ik daarvoor al verschillende ideeën opgedaan. En het klinkt misschien gek, maar in zekere zin verheug ik me er zelfs op. Naast alle droefenis is er ook duidelijkheid. En na maanden van ongewisheid levert dat ook een soort opluchting op. Rust. Ik hoef niks meer. Ik moet niets meer. Ik ga mijn voorstelling ‘Geen 18 meer’ niet in boekvorm proberen te schrijven, zoals ik aanvankelijk van plan dacht te zijn. Ik zie wel hoeveel energie ik heb/krijg om nog wat te produceren, maar ik voel me nergens toe verplicht. Ik weet ook niet of er nog updates volgen. Als er helemaal geen goed nieuws te melden valt is het ook niet leuk om jullie te schrijven. Maar we zullen heus nog wel contact hebben. Vergeef me als ik op persoonlijke berichten (die ik bijzonder kan waarderen!) niet altijd (snel) zal reageren. Ik wens jullie het allerbeste en ik hoop dat we nog in de gelegenheid zullen zijn een paar mooie dingen met elkaar te delen. Maar het wordt niet de beloning waarover ik in een vorige update berichtte. Ik zal niet meer van de canule en de sonde verlost worden. Ik kan praten, maar eten en drinken gaat alleen via de sonde. Ik ben dankzij ferme medicatie pijnvrij, maar moet dat wel bekopen met vermoeidheid en andere bijverschijnselen van alle pillen en poeders. Kortom, lieve vrienden, het is geen pretje. Maar als jullie in gedachten bij me zijn sla ik me hierdoor. Tot het bittere einde.
Bij voorbaat dank en hartelijke groet, Arno
De update werd duidelijk gelezen en gedeeld door mijn vrienden, want naast de felicitaties stroomden nu ook de berichten van deelneming binnen. Mensen schreven dingen, die ze normaliter op een begrafenis zeggen. Ik werd er verlegen van. En zo was het nou ook weer niet bedoeld. Ik leef nog. Ik ben jarig. Ik besloot iedereen te bedanken en alle berichten te beantwoorden met een welgemeend ‘Hiep Hiep Hoera’.
Vanochtend vroeg vertrokken we naar het UMCG voor mijn tweede chemo. Daar laat ik nu de beelden van mijn vrolijke verjaardag de geest passeren, terwijl de verpleging zich met mijn lichamelijke verzorging bezighoudt. Het infuus wordt aangesloten. Daar zal de komende 24 uur van alles en nog wat doorheen vloeien. Veel ‘water’ om te spoelen. Maar bovenal de cisplatine, die veronderstelt wordt de kanker te remmen. Maar voor hoelang? Dat weet niemand. Gisterenavond haalden mijn lief en ik de slingers en lampionnen weer weg. The party was over. Ik wikkelde een draadje af van de roze geplastificeerde punaisekop en vroeg mijn lief “Wat doe ik met de punaises?” “Laten zitten”, zei ze.
Liedje bij dit schrijven: ‘We leven nog lang en gelukkig’
Opgenomen in de Stadsschouwburg van Groningen midden in de Corona pandemie
Groningen, 2 augustus 2022
5 Comments
Lieve Arno, altijd de punaises laten zitten!! Zo vaak mogelijk slingers ophangen er valt altijd wel iets te vieren. Ik hoop dat een lijdensweg je bespaart blijft en dat we elkaar nog eens tegenkomen en dat ik dan roep ik “Hey, Arno!”.
Heel veel sterkte en al het liefs voor jou en je lief. Ik denk aan je.
Clarine
Hoi Arno,
Mijn 1e reactie, what the fuck?!
Mijn 2e reactie, mag ik je nog een keer opzoeken voor je dood gaat, zodat ik persoonlijk afscheid van je kan nemen, nu je nog leeft?
Ik verheugde me op je nieuwe liedjes, maar die verwachting moet ik bijstellen.
Ik vind het heel rot voor je en ontzettend dapper dat je het zo “rauw” schrijft.
Om met de woorden van Ede te spreken:”De dood dat heb je nait veur t zeggen”
Dat blijkt wel weer.
Groet en een dikke knuffel,
Erik Kamphuis.
Arno, donders, ben er ff stil van. Op de hei met 300 schapen en 2 honden, op de achtergrond je lied, je stem. Wat begon bij wsg en hcw, en vervolgd in Zwolle met soep op t podium, maar verder nauwelijks contact. En toch op 1ofandere wijze zo af en toe in beeld. Wens je ondanks de ‘ongemakken’ goede spirit. De humor en drama liggen op 1 kussen. Groet.
Hei Arno,
Weet je nog het documentaire
dat ik wilde maken? na mijn gesprek met jou in mijn tuin wordt een boek. Wat ik uit ons gesprek uithaalde is dat ik moest niet afhankelijk van mensen zijn, wel delen maar niet afwachten dat anderen mijn probleem zouden oplossen. Jij bent een master hiereen. De dood in de ogen gekeken en je blijft ademen. Gelukkig heb je de allerbeste medicijn met jou: humor. We leven niet ” nog een dag” maar we ” eren” het leven een dag langer. Kus.
Lieve Arno
Maak er de aller aller allermooiste periode van met je lief en liefsten. Huil,glimlach en hoop met je mee.