Het magazine van het Dagblad van het Noorden
Zaterdag 8 januari 2022
Door Marijke Brouwer
Foto’s Marleen Annema
Onder de screenshots uit het magazine staat de online versie van het interview. Leest wel zo makkelijk.
En dan nu de online versie van het interview:
‘De kanker is genezen, maar mijn stem heeft het begeven.’ Komt het goed met zanger Arno van der Heyden uit Groningen?
Wie weet komt het goed, zegt kleinkunstenaar Arno van der Heyden voor wie zijn stem zijn instrument, zijn wapen, zijn leven is. ,,De voorzienigheid is bezig mij de mond te snoeren.’’
Marijke Brouwer • 7 januari 2022, 18:30 •
Ga ik dood?
Het is het eerste wat Arno van der Heyden (60) vraagt aan de arts die hem vertelt dat hij aan keelkanker lijdt. ,,We gaan allemaal dood’’, antwoordt de arts. Van der Heyden herpakt zich. En stelt die andere, brandende vraag. ,,Gaat dit invloed hebben op mijn stem? Mijn stem is mijn instrument.’’ De arts antwoordt: ,,Een automonteur heeft ook een stem nodig.’’ Het is oktober 2019. Van der Heyden heeft geen idee wat hem boven het hoofd hangt.
Groninger koek
Najaar 2021. Zwierig beweegt Arno van der Heyden zich door zijn keuken. Hij zet zorgvuldig koffie, serveert Groninger koek. Hij is al lang en breed schoon verklaard door de artsen, de kanker is genezen. Hij neemt een hap van de Groninger koek, met een oneindige hoestbui tot gevolg. Als hij is uitgehoest, zegt hij: ,,Ik weet wel dat ik ervan ga hoesten, maar ik vind die koek zo lekker.’’
Zijn stem klinkt rasperig, als een autoradio die speelt terwijl ie de juiste zender net niet kan vinden. Het past Arno van der Heyden niet. Want hij is de onvermoeibare man die nachten kan doorhalen, altijd ad rem, ontregelend, nieuwsgierig, gevat. Die een leven leeft dat aan elkaar hangt van presenteren, zingen, spelen en interviewen. Met in de hoofdrol zijn stem. Warm, diep, vol en rijk aan emotie, zo karakteriseert zangdocent Patries van Iterson die stem. Ze zegt: ,,Maar Arno raakte z’n soepelheid kwijt, daarvoor in de plaats kwam een geleefdheid zoals Cohen en Cash ook hebben. Dat is nu ook weg. Dat is erg, want Arno is zánger. Gedisciplineerd zanger.’’
Zanger. En cabaretier. Muzikant. Interviewer. Programmamaker. Kleinkunstenaar. ,,Entertainer’’, vat Van der Heyden zichzelf samen.
Hij had zich al verzoend met het idee van ouder worden. Geen 18 meer doopte hij zijn laatste voorstelling, die hij heeft moeten cancelen. Maar dat zijn stem hem in de steek zou laten, daar had hij geen rekening mee gehouden, dat was simpelweg niet in hem opgekomen. Wie weet, hoopt hij hardop, wat er nog verandert.
Weer zo’n hoestbui. Zonder een hap van de Groninger koek deze keer.
Arno van der Heyden groeide op in een katholiek gezin, als de middelste van vijf kinderen. Zijn vader was algemeen chirurg, zijn moeder lerares textiele werkvormen. Hij werd geboren in Groningen, woonde vervolgens in Apeldoorn, Rosmalen, Den Bosch en Malden. Zijn middelbare schooltijd bracht hij door in Winschoten waar hij naar het gymnasium ging. En waar hij al jong zijn hart verpandde aan de horeca: hij werkte bij restaurant Bistro Mazzeltof en kwam graag in café ’t Pleintje. Het leverde hem geld en vrolijkheid op, het ontsloeg hem van de kerkgang op zondagochtend en het bood hem een tweede thuis. Niet dat het thuis niet gezellig was, natuurlijk wel, iedereen speelde een instrument, hij viool, er stond altijd een mooie plaat op – van Wim Sonneveld tot Jaap Fischer, van Herman van Veen tot Koot & Bie – , Van der Heyden kende alle Nederlandstalige kleinkunst uit z’n hoofd. Nog steeds. Maar hij vond het thuis beklemmend. Hij wil er niet te veel over zeggen, maar hij wist: dit leven wil ik zelf niet. Hij zegt: ,,Het is niet voor niets dat ik geen kinderen heb.’’ Ook wilde hij geen bank, want voor je het weet, kwamen er dan op afspraak mensen op visite. Hij verstijft bij het idee. Hij is de man die een stamtafel wenst en altijd mensen over de vloer. Spontaan.
Een los leven.
Toeren met een bandje uit Liverpool en verkering met Barbara
Hij verliet Winschoten op zijn 18de, om in Groningen te gaan wonen en psychologie te studeren. Hij bezocht één college, kwam weliswaar te laat, maar zat de hele les uit. En concludeerde: ,,Dit is gewoon school, terwijl de belofte was dat het nu leuk zou worden.’’ Voor zijn ouders hield hij drie maanden de schijn van de student op en vertelde ze toen dat hij de brui eraan had gegeven. Even vlamde bij zijn vader de hoop op dat hij medicijnen zou gaan studeren, maar Van der Heyden peinsde er niet over. Hij werd muzikant. Hij speelde in de Herestraat en op de markt, in bruine kroegjes en op feestjes. Hij leerde gitaar spelen, ontmoette een bandje uit Liverpool waarmee hij ging toeren. En hij kreeg verkering met Barbara. Samen kochten ze een Volkswagenbusje, schilderden het knalroze en trokken er anderhalf jaar mee door Europa. Het was één grote vakantie, waarin ze de kost verdienden met druiven plukken of werken in de bediening.
Terug in Groningen, streken ze neer in Zuidbroek, waar ze leefden op hun boerderijtje met kippen, een hond, een moestuin. Van der Heyden werkte in café Pand 49 in Veendam. Daar meerde het schip van Theater te Water aan. Het volgende stuk van het theatergezelschap zou over zigeuners gaan. ,,Dan heb je een violist nodig’’, zei Van der Heyden. Hij bedoelde zichzelf. En zo geschiedde. Zijn relatie strandde en hij ging in Groningen wonen. En had binnen de kortste keren een nieuwe vriendin.
Een wereldavond
6 juli 2019, muziekvereniging Amicitia Nuis/Niebert viert haar 100-jarige bestaan in de Coendersborg in Nuis. Spreekstalmeester is Arno van der Heyden. Hij bereidt zo’n klus nauwkeurig voor, door repetities bij te wonen, tal van betrokkenen te spreken en zodoende ongemerkt deel uit te maken van het gezelschap. ,,Ik vind het leuk om zo’n avond aan elkaar te kletsen. Ik weid vooral niet uit over de componisten van elk stuk, want dat interesseert niemand, maar ik heb het over de dirigent en over de muzikanten.’’ Van der Heyden zingt die avond een aantal eigen nummers, begeleid door Amicitia. Het hondje van de dirigent komt per ongeluk het podium op, een goeie vriend duikt op in het publiek, kortom, een wereldavond. ,,Maar toch’’, blikt Van der Heyden terug. ,,Ik stapte aan het eind van die avond in de auto en dacht: er is iets mis met m’n stem. Ik had het omzeild met trucjes.’’ Hij bespreekt het met z’n zangdocent. ,,Ze zei: de kruik gaat net zo lang te water tot hij barst.’’
Schuldbewust haast zegt Van der Heyden dat dat van die kruik wel klopt. Hij werkte inderdaad altijd, geen klus was hem te veel, bij de nazit bleef hij steevast hangen. En al een paar jaar sjeesde hij minimaal eens per week naar Malden (bij Nijmegen) om voor zijn dementerende ouders te zorgen. ,,Lieve, oude mensjes waren het.’’
Hij gaat naar de huisarts. ,,Ik zei dat er iets geks was in m’n keel, met m’n stem. Dat het vast stress was. Zij vond het verstandig om het te onderzoeken.’’
Noorderzon: de heerlijke chaos van van elf dagen weinig slapen
Eerst Noorderzon, denkt Van der Heyden, die houdt van het theater- en muziekfestival in het Noorderplantsoen in Groningen. ,,Dat is een heerlijke chaos van elf dagen weinig slapen’’, zegt hij. Van hard werken ook en veel drinken. Deze Noorderzon verloopt anders. ,,Ik kon het nauwelijks volhouden, ik viel ‘s middags in slaap. Ik was een vogeltje, echt een schim van wie ik was.’’
Terug bij de huisarts zegt Van der Heyden dat hij moe is. Uit onderzoek bij het Martiniziekenhuis blijkt dat er een gezwel in zijn keel zit. Goedaardig, denkt het Martini, dat hem voor de zekerheid doorstuurt naar het UMCG.
Van der Heyden: ,,In het UMCG spraken ze van een vermoeden van kwaadaardigheid. Ineens heette het gezwel een tumor en direct werd het circus in gang gezet. Witte jassen, röntgenfoto’s, scans, biopt. Ik was de fase ‘iedereen vergist zich’ wel voorbij.’’ De tumor in zijn keel en de uitzaaiingen in zijn lymfeklieren werden behandeld met chemo en bestralingen. Vlak voor kerst heeft hij zijn laatste behandeling. Pas daarna wordt hij doodziek – het zijn de naweeën van de chemo en de bestraling.
Maar zijn stem hapert
Als hij in het vroege voorjaar van 2020 opkrabbelt en genezen wordt verklaard, wil hij aan het werk. De schnabbels lonken, zijn stem is weliswaar anderhalve toon lager, maar functioneert prima.
Corona legt zijn werk stil. De tijd verstrijkt. Het is zomaar 2021.
Hij werkt aan zijn nieuwe voorstelling Geen 18 meer en ergens onderweg merkt hij dat zijn stem hees begint te klinken. Hij krijgt oefeningen van zijn zangdocent, hij volgt lessen logopedie. Hij gaat naar het ziekenhuis. ,,Niks aan de hand’’, hoort hij. ,,Het is littekenweefsel.’’
Hij gaat op retraite in Italië waar hij in vijf weken van Pisa naar de bron van de rivier de Arno wandelt. Rust zal hem goed doen, denkt hij. Maar zijn stem wordt slechter. Die hapert. Het moeiteloze praten van spraakwaterval Arno van der Heyden is verdwenen.
Het ziekenhuis verzekert hem andermaal dat de kanker niet terug is. Wat zijn stem parten speelt, is littekenweefsel en wondvocht. Zijn keel heeft een opdonder gehad. Daar moet hij mee leren leven.
Nooit meer zingen
Hij grijpt alles aan om het tij te keren, om zijn stem te redden. Hij hoort van het bestaan van de hyperbare zuurstoftherapie in de Da Vinci Kliniek in Hoogeveen. Acht weken lang pakt hij vijf dagen per week ‘s ochtends vroeg de trein naar Hoogeveen om daar als een Michael Jackson in een soort onderzeeër te stappen. Vooralsnog heeft het weinig geholpen, constateert Van der Heyden. Hij neemt een slok van zijn koffie, met een onbedaarlijke hoestbui tot gevolg.
,,Ik vrees dat ik nooit meer zal zingen’’, zegt hij.
En: ,,Mijn grootste angst is dat mijn stem het straks écht niet meer doet.’’
Want hij houdt van zijn vak, van de lol, het onverwachte, het avontuur, van het podium, het theater. ,,Los van de klank en de kwaliteit van mijn stem is het ook mijn communicatiemiddel. Ik ben snel. Maar nu mijn stem het laat afweten, mis ik mijn scherpte. Ik heb nu een soort aanloopje nodig van een fractie van een seconde, waardoor ik er net niet tussen kom.’’
‘Ik huil, maar weiger te janken’
December 2021. De hoop dat de Michael Jackson-zuurstoftherapie zijn stem doet herleven is vervlogen. De kortademigheid, het moeizame praten en de hoestaanvallen zijn gebleven. Van der Heyden gaat nu tweemaal per week naar een fysiotherapeut voor oedeemmassage, waardoor zijn stem als het ware lucht zou kunnen krijgen. Maar hij schat de kans dat hij kan doen wat hij het liefst doet somber in.
Hij zegt: ,,Een schilder die zijn penseel niet kan vasthouden, is onthand. Ik ben ontstemd. Ik ben arbeidsongeschikt voor mijn vak. Ik moet op zoek naar een andere core business , een plan B.’’
Dat is ellendig, zegt hij. Daar rouwt hij om. ,,Ik huil om wat ik kwijt ben, om wat ik niet meer kan. Maar ik weiger te janken om de toekomst, die ga ik invullen, zonder stem, hoe dan ook.’’
Die insteek heeft hij te danken aan zijn ouders, denkt hij. ,,Het m’n best doen komt van mijn vader, de doorzetter. Het creatieve van mijn moeder, de dromer.’’ Ze hebben niet meegekregen dat hij ziek werd, hij heeft het ze niet verteld. Zijn vader stierf vlak voor zijn behandeling begon; zijn moeder afgelopen zomer.
Meer luisteren dan praten
Van der Heyden is geen gelovig man, geen ongelovig man ook. Hij houdt niet van mensen die gelijk hebben, die zeker weten dat er een hiernamaals is, evenmin van mensen die te vuur en te zwaard beweren dat het Goddelijke onzin is. Hij zegt: ,,De dingen hebben zin, denk ik, er is een bedoeling met het leven. Het moet klaarblijkelijk zo zijn dat ik ben uitgepraat. De voorzienigheid is bezig mij de mond te snoeren.’’ Het is tijd voor bezinning, sterker dan ooit vindt hij dat hij iets moet bijdragen aan een vriendelijkere, mooiere, betere wereld.
Ook zonder stem.
Hij sprak van de week een vriend. Die zei, nogal rechtstreeks: ,,Wat ga je doen? Je stem is een paard waarop je niet meer kunt gokken. Wat nu?’’
Diezelfde vriend wees hem op een nieuwe studie in Groningen: de Emmius School voor werk en zingeving aan de faculteit theologie van de RUG. Studeren! ,,Wat je ermee wordt, heeft nog geen naam, maar je helpt mensen op weg die van het pad zijn geraakt. Meer door te luisteren dan te praten’’, zegt Van der Heyden. Met een grijns: ,,Dat past me.’’
Weer een hoestbui.
Dan, uitgehoest en monter: ,,Ik heb daar serieus zin in.’’
Wie is Arno van der Heyden?
- Arno van der Heyden (60) woont samen met zijn vriendin, drie katten (en in de tuin twee konijnen) in Groningen.
- Bracht zijn middelbare schooltijd door in Winschoten, vertrok zodra het kon naar Groningen
- Werkte in de horeca, trad op als straatmuzikant en werkte voor Theater te water.
- Was in 1992 winnaar van de publieks- en persoonlijkheidsprijs van cabaretfestival Camaretten in Rotterdam.
- Speelde jarenlang in Trio Kloosterboer.
- Was graag geziene spreekstalmeester en programmamaker bij RTVNoord.
- Werkt al 25 jaar samen met pianist Bas Mulder.
- Speelde in Herstel van de Toekomst en Iemandsland.
- Had 20 jaar lang de dagelijkse talkshow Arno’s Aperitief op festival Noorderzon.
- En nog veel meer.
2 Comments
Alle goeds van de wereld toegewenst, Arno!
Lieve groeten van Mariella
(Ooit Ariola meisje;-))
wens je veel sterkte de komende tijd, vreselijk dat je dit overkomt, groet uit Veendam