Kamer 3

Kamer 3 (tekst)
Kus me (tekst)
La douce France (tekst)
12 1/2 jaar getrouwd (tekst)
Hoeren (tekst)
Ik hou van jou (tekst)
Vrienden (tekst)

Opgenomen zomer 1999 in studio Het Viaduct, Groningen.

Met medewerking van:
Bas Mulder (piano, accordeon, percussie, zang, opname en mixing)
Hendrik Jan Vermeulen (gitaren)

Gastmuzikanten:
Harry van Lier (contrabas)
Rob Elzenga (gitaar)
Sieto Kiewiet (basgitaar)
Bert Hadders (mondharmonica)
Jan Wietse Fokkema (drums)
Margreet van der Heyden (altviool)
Tanneke van der Heyden (zang)
Geert Oude Weernink (trekharmonica)
Martien Stienstra (sopraan saxofoon)
Bert Witkop (pedal steel)

De Volkskrant 25 November 1999 over Kamer 3:
Zanger/violist Arno van der Heyden lijdt al geruime tijd een dubbelbestaan. Met Trio Kloosterboer brengt (bracht) hij zigeunermuziek met een kleinkunstrandje, en in zijn eentje heeft hij een cabaretprogramma….de liedjes schieten eruit en leveren een interessante cd op. De onbekende maar zeer getalenteerde Bas Mulder heeft een goede neus voor de eenheid van de muziek. Zo heeft hij een tango gecomponeerd bij een lied met tips voor overspel. En in La Douce France, over een dweepzieke francofiel, zijn grappig Franse muzikale clichés verwerkt. Nu brengt Arno van der Heyden zijn werk nog in eigen beheer uit, wellicht hoeft dat hierna niet meer.

De prijs van deze CD bedraagt € 17,50. Te bestellen bij bestelling@arnovanderheyden.nl. Na ontvangst van uw overschrijving (onder vermelding van de titel en uw adresgegevens) op bankrekeningnr. NL87ABNA0417012373 t.n.v. Arno van der Heyden, Groningen wordt het in Nederland franco aan huis bezorgd.


Teksten

Kamer 3

Een hond rent blaffend over het strand
De wind verjaagt een oude krant
Een tanker aan de horizon
Uitzicht op zee op mijn balkon
Vale gordijnen voor de ruiten
‘t Is binnen net zo koud als buiten
Vochtige vlekken in het behang
Douche en toilet zijn op de gang

Dit is het eindpunt van mijn reis
Vlucht met bestemming paradijs
In de hoop dat ik jou weer zie
En altijd kamer drie

Je blote voeten in het zand
Je hand lag losjes in mijn hand
We liepen uren in de zon
We dronken wijn op mijn balkon
En ‘s avonds sloten we de ramen
De hele week bleven we samen
Alleen de gang op voor het toilet
En dan weer gauw terug in bed

Dit is het eindpunt van mijn reis
Vlucht met bestemming paradijs
In de hoop dat ik jou weer zie
En altijd kamer drie

Geen advertentie in de krant
En ik mocht ook niet bellen, want
dat vond jouw vriendje vast niet goed
Je had me gewoonweg nooit ontmoet
En al zal je foto ooit verbleken
Ik raak er nooit op uitgekeken
Je losse haren in de wind
Ik kom terug tot ik jou vind

Dit is het eindpunt van mijn reis
Vlucht met bestemming paradijs
In de hoop dat ik jou weer zie
En altijd kamer drie

Zo is mijn verhaal, een feuilleton
En elke keer als ik hier kom
Ben jij erbij in mijn fantasie
En altijd kamer drie

terug


Een opgeruimd gevoel

De oorlog is begonnen volgens radio en krant
Maar als hij uit het raam kijkt hier, is er niets aan de hand
Ja, de televisie toont wel steeds een nieuw bombardement
Maar ach, dat doen ze ook in films en zo, daar raak je aan gewend

Nee, oorlog, dat is luchtalarm en boter op de bon
En treinen, volgepropt met mensen, die vertrekken van ‘t station
Hij is al oud, hij kan het weten, als je begrijpt, wat ik bedoel
Laat hem met rust, want hij wil leven met een opgeruimd gevoel

Hij heeft kinderen en hij heeft kleinkinderen en hij heeft zijn leven lang gespaard
Maar al die centen zijn in oorlogstijd in euro’s niks meer waard
Terwijl hij altijd om de toekomst van zijn kinderen heeft gedacht
En ze met liefde en respect voor iedereen heeft groot gebracht

En oorlog, dat is honger op een onderduikadres
De oude buurman, zomaar in een uniform van de S.S.
Hij is al oud, hij ziet die beelden in zijn nachtenlang gewoel
Laat hem met rust, want hij wil slapen met een opgeruimd gevoel

Hij heeft meegeholpen aan de wederopbouw van ons land
De doden opgeruimd en alle rommel aan de kant
Maar hij denkt nog vaak aan iedereen die voor de vrede viel
Hij heeft de oorlog slechts begraven in de bodem van zijn ziel

En oorlog is de ergste vorm van onverdraagzaamheid
En hij begrijpt niet, dat er weer zoiets gebeurt na al die tijd
Hij is al oud en hij gelooft niet meer in een vijandelijk doel
Laat hem met rust, want hij wil sterven met een opgeruimd gevoel
Laat hem met rust, die man wil sterven met een opgeruimd gevoel

terug


Stapelgek

Kwart voor negen, telefoon
Dat moet jij haast wel zijn
Ik spring uit mijn bed naar de telefoon
Maar het valt tegen
‘t Is gewoon mijn moeder aan de lijn
Ze maakt zich zorgen om haar zoon

Moederinstinct kun je niet vermijden
Ze is niet voor niets de vrouw die mij het langste kent
Als ik probeer haar met wat smoesjes te misleiden
Zegt ze: Je hoeft mij niks te vertellen, hoor, jij bent…

Stapel, stapel, stapelverliefd
Jij bent stapel op die vrouw
Stapel, stapel, stapel
Ik ben stapel, ik ben stapelgek op jou

Half twee, de voordeurbel
Ik hoop zo dat jij daar staat
Ik ren de trap af en ik doe open
Ha, maar nee, ik wist het wel
‘t Is Bas, mijn kameraad
Die zomaar even aan kwam lopen

Goede vriendschap moet je steeds waarderen
Dus ik zet koffie en we kletsen even bij
Maar als hij merkt dat ik me slecht kan concentreren
Pakt hij mijn hoofd vast en zegt: Volgens mij ben jij…

Stapel, stapel, stapelverliefd
Jij bent stapel op die vrouw
Stapel, stapel, stapel
Ik ben stapel, ik ben stapelgek op jou

Sinds ik jou ontmoet heb, ben ik niet vooruit te branden
Vergeet ik alles wat ik doen moet en komt er niets meer uit mijn handen
Mijn hoofd in de wolken, vlinders in mijn buik
Een wazige blik, oh… ik ben ziek, ja ik ben…

Stapel, stapel, stapelgek op jou
Ik ben stapel, ik ben stapelgek op jou

Tien voor vier, ik moet op pad
Het is binnen te benauwd
En ik vind jou op een terrasje
Na een kwartier zeg ik je dat
Ik zoveel van je houd
Dat ik je miste, schat, waar was je?

En jij zegt dat je mij niet durfde bellen
Dat je al vier keer voor mijn voordeur had gestaan
Nou lieverd laat me jou dan nu één ding vertellen
Nu ik je eindelijk heb laat ik je niet meer gaan

Stapel, stapel, stapelverliefd
Ik ben stapelgek op jou
Stapel, stapel, stapel
Ik ben stapel, ik ben stapelgek op jou

terug


Kus me

Als je een scheve schaats berijdt
Als je met een ander vrijt
Krijg dan geen spijt
Maar geef je over aan de zonde
Het is een heerlijk tijdverdrijf
Het reinigt geest en lijf
En zo opwindend heb je het echt nog nooit gevonden

Maar als het overspel begint
Vergeet de ogen van je kind
Die nooit begrijpen zal wat jij nu doet en wat je ondervindt Vergeet de tekening die hij je wilde geven
Als je deze nacht volledig wilt beleven

Want niets mag de pret nog bederven
Kom, kus me gauw
Ook al zal ik hierna sterven
Kus me, lieveling, want ik wil jou
Niets mag de pret nog bederven
Kom, toe nou, kus me gauw
Ook al zal ik hierna sterven
Kus me

Thuis gaat alles zo zijn gang
Nietsvermoedend, maar hoelang
Ze doen nog steeds die kleine oerbanale dingen
Ze zijn wel lief en sympathiek
Maar doen niet veel aan romantiek
Het is in feite maar een zootje stommelingen

Denk ook vooral niet aan je man
Die nu zijn tanden poetst en dan
Alleen naar bed gaat en jou nu al mist, al weet hij hier niets van Bedenk vooral niet wat hij doet als hij het zal weten
Want dan kun je deze nacht voorgoed vergeten

En niets mag de pret nog bederven
Kom, kus me gauw
Ook al zal ik hierna sterven
Kus me, lieveling, want ik wil jou
Niets mag de pret nog bederven
Kom, toe nou, kus me gauw
Ook al zal ik hierna sterven
Kus me

Als straks jouw vurigheid en lust
Redelijk snel is uitgeblust
Dan wil je dadelijk je lijf en ziel verschonen
Onder de warmte van de douche
Verzin je reeds de eerste smoes
Voor waar je eerst gewoon voor uit had willen komen

Je man die is nu ongeveer
Met zijn ontbijtje in de weer
Maar jij blijft oneindig douchen, maar dat merk je al niet meer
Je zou je hier het liefst voor altijd opsluiten
Maar een vreemdeling roept: Liefje kom je buiten?

Want niets mag de pret nog bederven
Kom, kus me gauw Ook al zal ik hierna sterven
Kus me, lieveling, want ik wil jou
Niets mag de pret nog bederven
Kom, toe nou, kus me gauw
Ook al zal ik hierna sterven
Kus me
Ik wil jou

terug


La douce France

Hij ontbijt met café crème, de la confiture en een croissantje
Maar voor het middaguur zit hij al aan de wijn
Begroet zijn vrienden elke dag met een slap handje
En speelt pétanque onder de bomen op het plein
Hij ruikt naar knoflook en hij rookt Gauloises blondes
En hij vreet slakken, maar die noemt hij escargots
Met paddestoelen, die hij zelf heeft gevonden
En om een uur of vier neemt hij een glas Pernod

La douce France, la douce France
Zo populair pour les vacances
Van Marseille tot Paris
Van de Provence tot Normandie
La douce France, la douce France
Het joie-de-vivre, de non-chalance
Van die dweepzieke debiel
De Nederlandse francofiel

Hij heet Jan ,maar hij had natuurlijk veel liever Jean ou Jean-Philippe geheten
En hij drinkt wijn dat vindt hij lekkerder dan bier
Hij probeert zelfs pens en hersenen te eten
En dat doet hij niet alleen in Frankrijk, maar ook hier
En hij zegt consequent merçi in plaats van dank-je
Hij vraagt de bakker niet om stokbrood, maar baguette
Hij heeft geen chips in huis, maar fromage op een plankje
Iedereen noemt hem ‘Jan-met-de-alpino-pet’

La douce France, la douce France
Zo populair pour les vacances
Van Marseille tot Paris
Van de Provence tot Normandie
La douce France, la douce France
Het joie-de-vivre, de non-chalance
Van die dweepzieke debiel
De Nederlandse francofiel

Maar tegen kerst dan is hij heel Frankrijk al lang en breed weer vergeten
Dan hoopt hij net als iedereen op ijs en sneeuw
Dan zit hij lekker boerenkool met worst te eten
Hij drinkt een biertje en hij kijkt naar Paul de leeuw
En in april dan komt zijn vrouw met een brochure
Ze wil nu eindelijk wel eens iets anders dan la France
Maar hij herwint zijn chauvinisme en allure
En roept: Non, rien de rien, we gaan naar de Provence

La douce France, la douce France
Zo populair pour les vacances
Van Marseille tot Paris
Van de Provence tot Normandie
La douce France, la douce France
Het joie-de-vivre, de non-chalance
Van die dweepzieke debiel
De Nederlandse francofiel

terug


Piña Colada

Ik ben een man van de liefde
Maar goed, aan alles komt een end
‘t Is net als met de vakantie
Er komt sleet in de tent
Terwijl mijn vrouw lag te slapen
Las ik de Volkskrant in bed
Bij de contactadvertenties
Had iemand dit neer gezet

Hou jij van Piña Colada
En van “sex on the beach”
Ben jij ook toe aan iets anders
Nou, dan wordt het wel iets
Ben jij ook zat van het gestuntel
Eén keer per week recht op en neer
Wil je meer passie in je leven
Pak dan een pen en reageer

Zachtjes snurkend in de dekens
Lag daar mijn vrouw en ik dacht
Wat een vlees-geworden saaiheid
Moet dat zo doorgaan iedere nacht
Om tien uur zit ze al te gapen
Om elf uur ligt ze onder zeil
En ik moet mij maar zien te redden
Ook al ben ik nog zo geil

Ja, ik houd van Piña Colada
En van sex op het strand
Ik ben hard toe aan iets anders
Precies dat schreef ik naar de krant
Het klinkt misschien niet zo poëtisch
Maar het gaat om het idee
En ik had nog hetzelfde week-end
Een afspraak in een café

Afijn, ik wachtte daar vol spanning
En ik weet nog hoe ik dacht
Het zal toch geen kerel wezen
Maar nee, daar kwam ze uit de nacht
Ik herkende eerst haar ogen
En toen het vlekje bij haar mond
Mijn eigen vrouw, niet te geloven
Die daar zomaar voor mij stond

We dronken Piña Colada
We hadden “sex on the beach”
Het was weer net zoals vroeger
Maar dan leuk of zoiets
En och, wat hebben we gelachen
Om de speling van het lot
Alleen die Piña Colada
Die krijg ik echt niet door mijn strot

terug


Zigeunerballade

Zij hield van hem, hij hield van haar
Ze waren amper achttien jaar
En toch vond iedereen het raar Iedereen het raar

Ze waren altijd bij elkaar
Hun vader zei: Vergeet het maar
Ze waren broer en zus, vandaar
Broer en zus, vandaar

Nee, jongen, daar komt niets van in
Ik wil geen gerotzooi in het gezin
Zoek maar een andere vriendin
Een andere vriendin

Broertje stierf haast van verdriet
Maar al zijn tranen hielpen niet
Hij zong voor haar een droevig lied
Een droevig lied

Lalala

Toen broertje plotseling verdween
Wat is de liefde toch gemeen
Was zusje helemaal alleen
Helemaal alleen

Ze heeft haar leven lang gewacht
Dromend van broertje iedere nacht
Dan kuste hij haar vlinderzacht
Vlinderzacht

Ze droomde en ze had verdriet
Maar haar zigeunerhart brak niet
Want altijd hoorde ze zijn lied
Zijn droevig lied

Lalala

Hij kwam terug na vijftig jaar
Langzaam omhelsden zij elkaar
Ik droomde, fluisterde hij zacht
Dat weet ik, zei zijn zusje zacht

Ze hadden bijna iedere nacht
In elkaars dromen door gebracht
Nu zijn ze dood, maar in ons hart
Klinkt eeuwig vol van smart

Het lied, dat met hun laatste zucht
Bleef hangen in de sterrenlucht
Dromend konden zij bestaan
En dromend zijn ze dood gegaan

Lalala

terug


Twaalf en een half jaar getrouwd

Ze waren twaalf en een half jaar getrouwd
Een dochtertje, een zoon, hun eigen huis had hij gebouwd
Ze zouden samen honderd worden, daarop had ze steeds vertrouwd
Ze waren twaalf en een half jaar getrouwd

Dus het was feest en dat zou nog wel even duren
Met de familie, vrienden, collegae, oude bekenden en de buren
Hapjes, drankjes, barbecue, de leuke sketches duurden uren
Wat een feest en dat zou nog wel even duren

En zij had hem al die jaren steeds geloofd
Ook voor hun huwelijk en toen waren ze al zeven jaar verloofd
Vanaf de eerste dag had hij haar gouden bergen beloofd
En zij had hem al die jaren steeds geloofd

En ze was dan ook tevreden met haar leven
Hij had haar bijna alles wat hij haar beloofd had ook gegeven
Er was natuurlijk wel eens ruzie, maar ach… dat duurde vaak maar even Nee, ze was echt heel tevreden met haar leven

En ze voelde zich het middelpunt van het feest
Ze was in twaalf en half jaar niet meer zo opgewekt geweest
Van de cadeautjes van de kindertjes genoot ze nog het meest
Ja, ze was beslist het middelpunt van het feest

En ze snapte niet waaraan ze dat verdiende
Al die belangstelling en al die oude vrienden
Haar eerste vriendje, dat ze niet meer had gezien vanaf haar tiende
Nee, ze snapte niet waaraan ze het verdiende

Maar er gebeurde iets en dat had ze niet verwacht
Haar oude schoolvriendje ging weg, het was al ver na middernacht
Ze namen afscheid met een zoen en daarbij huiverde ze zacht
Dat dat gebeurde, nee, dat had ze niet verwacht

En even later was het feestje afgelopen
Hij ging naar boven en was er vast ingekropen
Zij ruimde op, ze waste af en trok toen nog een flesje open
Het feest was over en toen is ze weggelopen

En hij heeft nooit meer, nooit meer iets van haar gehoord
En van het briefje, dat hij vond, begreep hij helemaal geen woord
Toen ze na zes weken niet terug was, zei men: Die is vast vermoord
Want hij heeft helemaal niets meer van haar gehoord

En na een half jaar onbeantwoorde gebeden
Is hij aan dertien dozen pillen overleden
Nadat hij eerst zijn beide kinderen de keel had doorgesneden
Na een half jaar onbeantwoorde gebeden

Wil ik eigenlijk ook iets zeggen met dit lied
Nou, als ik eerlijk ben, ik geloof het eigenlijk niet
Of het moet zijn dat ik in niets geloof en dat, zoals u ziet
Ik dus ook werkelijk niets wil zeggen met dit lied

Niets over mannen en ook niets over vrouwen
Niets over kinderen, je moet er maar van houden
Je moet het allemaal zelf weten, maar je kunt er niet op vertrouwen
Niet op mannen en zeker niet op vrouwen
Nee, niet op mannen en zeker niet op vrouwen
Niet op mannen en zeker niet op vrouwen

terug


Hoeren

Overal steegjes en straten vol hoeren
En overal mannen en allemaal loeren
Buitenlui, burgers en boeren
Kom maar, schatjes, kom (bis)

Mannen met gesteven boorden
Verstijven en blijven even staan voor de
Verleidelijk geile woorden
Kom maar, schatjes, kom (bis)

Lalala
Kom maar, schatjes, kom (bis)

De hoerenloper staat stijf van de drank
En de hoer weerstaat de rotte stank
En lokt hem bij haar op de bank
Kom maar, schatje, kom (bis)

De klant is koning, jouw wil is heilig
Je wordt genaaid, maar wel vrij veilig
Hoe wil je, schat, dat ik erbij lig
Kom maar, schatje, kom (bis)

Hij doet zijn gulp open
Zij doet de gordijnen dicht
Ze laat hem haar liefde kopen
En hij, hij voelt zich opgelicht (bis)

De schooier komt aan zijn gerief
De hoer denkt aan de gele brief
Die zij verdient en fluistert lief
Kom maar, schatje, kom (bis)

Lalala ja, ja, jaaaaa….
Kom maar, schatje, kom (bis)

Zij doet de gordijnen open
Hij zijn gulp dicht met een zucht
Hij kwam hier haar liefde kopen
En zij, zij voelt zich opgelucht (bis)

Overal steegjes en straten vol hoeren
En overal mannen en allemaal loeren
Buitenlui, burgers en boeren
Kom maar, schatjes, kom (bis)

terug


De vijf

‘s Winters op de brommer van ons dorpje naar de stad
Mijn handen blauw, mijn tenen stijf, verkleumd en kleddernat
De reis naar school was lang en zwaar en de sneeuwstorm trok aan Maar ik redde het wel, wanneer ik de vijf schoorstenen zag staan

Eerst ver en vaag, links van de weg, verscholen achter het land
En dan ineens gigantisch groot weer aan de rechterkant
Het waren net vijf vingers en reed ik er voorbij
Dan was het net of heel de stad ‘hoi’ tegen me zei

Vijf schoorstenen, vijf pijpen in een landschap, kaal en plat
Robuust en sterk in weer en wind, een baken voor de stad
Niet mooi, maar typisch Gronings, een beetje stug en stijf
Vandaar dat ik ze mis, nu ze verdwenen zijn, de vijf

Een verre knal, een wolk van stof en met een kalm gebaar
Zakten de vijf pijpen verschrikkelijk langzaam in elkaar
Als nu iemand van zestien op zijn brommertje naar school toe rijdt
Dan heeft hij wel de sneeuwstorm, maar zijn baken dat is hij kwijt
Het waren net vijf vingers en reed ik er voorbij
Dan was het net of heel de stad ‘hoi’ tegen me zei

terug


Ik hou van jou

Ik had een tandenborstel in jouw flat staan
Ik had een sleutel van jouw voordeur
En blijkbaar zat jij daar niet mee
Althans ik had zo dat idee
We hadden nooit iets afgesproken
En ik liep zomaar in en uit
Of bleef ineens twee weken weg
Als je niks hoorde, nou… dan had je pech
Nou goed, ik belde nu en dan
En jij, je zei er nooit iets van

Ik hou van jou
Ik hou van jou
Ik hou van jou
Op mijn manier alleen van jou

Mijn pyjama lag onder jouw kussen
En ik hing bij jou aan de muur
Iedereen zag mijn foto daar
Je vond het blijkbaar geen bezwaar
We hadden nooit iets afgesproken
We hadden elkaar nooit iets beloofd
Want ik vind niet dat zoiets moet
En jij vond blijkbaar alles goed En af en toe belde ik jou
En jij zei: Liefje, kom maar gauw

Ik hou van jou
Ik hou van jou
Ik hou van jou
Op mijn manier alleen van jou

En toen opeens paste mijn sleutel niet meer op jouw voordeur
De telefoon werd aangenomen door een vreemde man die zei
Dat jij mij niet meer wou zien en dat ik niet meer langs mocht komen
Je was al veel te lang veel te goed geweest voor mij

Ik stikte en ik stierf bijna
Maar ik probeerde om vooral niet al te radeloos te doen
Ik stamelde: Wees lief voor haar
Doe haar veel groeten en geef haar een hele dikke zoen

Ik hou van jou
Ik hou van jou
Ik hou van jou
Op mijn manier alleen van jou

En nu verdrink ik in mijn tranen
Ranzige kroegen, heel veel drank
Ik neem bij ieder kratje bier
Een ander meisje van plezier
Totdat ik ooit na heel veel weken
Een nieuwe tandenborstel koop
Dan heeft de tijd de wond geheeld
Dan heeft mijn ziel weer een laag eelt
Een andere man, een andere vrouw
Een nieuwe mij, een nieuwe jou

Ik hou van jou
Ik hou van jou
Ik hou van jou
Op mijn manier alleen van jou
Op mijn manier alleen van jou

terug


Vrienden

We drinken, het is feest
We dansen op de maat
Van vrolijke muziek
En het wordt vanavond laat
De nacht is niet zolang
Het feest wordt veel te kort
Vrienden, dans met mij
Totdat het ochtend wordt
En vrienden, drink met mij
Totdat het ochtend wordt

We springen uit de band
We zuipen als een beest
Zo dronken van geluk
Zijn we nog nooit geweest
De tijd gaat veel te snel
Het leven is zo kort
Vrienden, dans met mij
Totdat het ochtend wordt
En vrienden, drink met mij
Totdat het ochtend wordt

Vrienden, luister even, dan vertel ik een verhaal
Ik schenk de glazen nog eens vol en jullie blijven allemaal
Vrienden, blijf bij me, dan vertel ik nog één keer
Hetzelfde eeuwenoude verhaal en ik vertel het weer en weer en weer Maar blijf bij me, blijf me, blijf bij me
Alleen is maar alleen

We houden van elkaar
We rollebollen over de grond
Iedereen zoent iedereen
Hartstochtelijk op de mond
Onder de volle maan
Een zomerlucht, zo zacht
Vrienden, wals me woest en wild
Door deze nacht
Vrienden, loods mijn lief en leed
Door deze nacht

Vertrouw me je geheimen
Geef je hart en ziel
Vervul al onze dromen
Met jouw sex-appeal
Onder het sterrendak
Een zomerlucht, zo zacht
Vrienden, wals me woest en wild
Door deze nacht
Vrienden, loods mijn lief en leed
Door deze nacht

Vrienden, luister even, dan vertel ik een verhaal
Ik schenk de glazen nog eens vol en jullie blijven allemaal
Vrienden, blijf bij me, dan vertel ik nog één keer
Hetzelfde eeuwenoude verhaal en ik vertel het weer en weer en weer Maar blijf bij me, blijf me, blijf bij me
Alleen is maar alleen

We naderen het eind
We hebben het gehad
De wake is volbracht
En iedereen is zat
Ik mompel half in slaap
Waar zijn mijn vrienden heen
Vrienden, ga niet weg
En laat mij niet alleen
Toe vrienden, ga niet weg
Laat mij nog niet alleen

Een allerlaatste glas
Nog één verhaal en dan
Een allerlaatste kus
Voordat ik slapen kan
Ik stamel in mijn slaap
Waar zijn mijn vrienden heen
Vrienden, ga nou niet weg
En laat mij niet alleen
Toe vrienden, ga niet weg
Alleen is maar alleen

Vrienden, luister even, dan vertel ik een verhaal
Ik schenk alle glazen nog één keer vol en jullie blijven, jullie blijven allemaal
Vrienden, blijf bij me, dan vertel ik nog één keer
Datzelfde eeuwenoude verhaal en ik vertel het nog een keer
En nog een keer en nog een keer
Maar blijf bij me, blijf me, blijf bij me
Alleen is maar alleen

terug


This entry was posted in Discografie. Bookmark the permalink. Post a comment or leave a trackback: Trackback URL.

Post a Comment

Your email is never published nor shared. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

*
*

  • Volg Arno van der Heyden op Facebook Volg Arno van der Heyden op Youtube